Bij huizen die te koop staan, staat achter de vraagprijs vaak de afkorting k.k.. Dit staat voor ‘kosten koper’. De koper betaalt de kosten voor de overdracht van het huis. Nieuwbouwwoningen worden vaak vrij op naam (v.o.n.) verkocht.
Waar bestaan de ‘kosten koper’ uit?
De ‘kosten koper’ bestaan uit de kosten om het huis op naam te zetten: de overdrachtsbelasting en de notariskosten voor de overdracht (transport- of leveringsakte). Naast de kosten koper heb je ook vaak nog financieringskosten. Deze maak je omdat je een hypotheek nodig hebt voor de woning. Financieringskosten zijn bijvoorbeeld advieskosten, taxatiekosten en notariskosten voor de hypotheekakte. Ook de kosten voor Nationale Hypotheek Garantie (0,9% van de hypotheeksom) zijn financieringskosten. Als laatste kun je nog aanvullende bijkomende kosten hebben voor bijvoorbeeld een bouwtechnische keuring of een bankgarantie.
Hoe hoog zijn de bijkomende kosten bij het kopen van een huis?
De omvang van de kosten is voor een groot deel afhankelijk van de hypotheeksom. Als je een woning koopt van €225.000,-, moet je rekening houden met kosten tussen €8.000,- en €10.000,-. De overdrachtsbelasting bedraagt 2% van de koopsom. De tarieven die een notaris en een hypotheekadviseur in rekening brengen, kunnen onderling erg verschillen. Het loont dus om deze tarieven vooraf te vergelijken.